De Byzantijnse wijze waarop de eredienst gevierd wordt, is ontstaan in het vroegere Byzantium omstreeks het jaar 330. Later kreeg deze plaats de naam Constantinopel en heet nu Istanbul. Het orthodox staat hier voor de leer van de Oost Europese kerk als geheel en niet in de zin van “recht of streng” in de leer.
De Byzantijnse muziek kenmerkt zich door emotie, gebed en diepgang. De muziek –zang- vormt een geïntegreerd onderdeel van de viering van de eredienst. De Oost Europese kerkmuziek gaat meer dan duizend jaar terug. De oorsprong van de Oost Europese kerkzang ligt in de Griekse en Bulgaarse zang. De 17e eeuw is een tijd van grote veranderingen in de geschiedenis van de Russische muziek. De muziek van Oost Europa komt ook onder invloed te staan van de West-Europese muziek. Na de Unie met de Katholieke kerk komt Oekraïne onder politieke en culturele overheersing van Polen te staan. Als offensief tegen het orgel zet men en Oekraïense zangmeesters in.
In de 19e eeuw wordt de kloof, tussen de oude kerkzang en de meer verwereldlijkte kerkmuziek steeds groter. Men wil weer terug naar de eigen wortels. In 1988 komt er een einde aan de vervolging van het geloof en gaat men zich actief bezighouden met de restauratie van de oude kerkmuziek. Oost Europa herontdekt haar eigen kerkelijke traditie, die al snel ook in het Westen erkenning en waardering verwerft.